de verschillende stadia van rouw

Elisabeth Kübler-Ross

Kubler-Ross

Elisabeth Kübler-Ross was een van de meest invloedrijke denkers op het gebied van sterven, rouw en verlies in de twintigste eeuw. Ze werd geboren op 8 juli 1926 in Zürich, Zwitserland, als een van een drieling – een gegeven dat ze zelf vaak als teken van haar bijzondere levensopdracht beschouwde. Al op jonge leeftijd ontwikkelde ze een sterke wilskracht en een diep mededogen voor het lijden van anderen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte ze in vluchtelingenkampen en werd ze geraakt door de ontberingen en trauma’s van mensen in nood. Die ervaringen vormden de kiem van haar latere werk.

 

Kübler-Ross studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Zürich. In 1958 verhuisde ze naar de Verenigde Staten, waar ze haar opleiding tot psychiater vervolgde. In een tijd waarin de medische wereld sterk gericht was op technologische vooruitgang en sterven als een soort medische mislukking werd gezien, richtte zij zich juist op de beleving van stervende patiënten. Ze vond dat mensen in hun laatste levensfase vaak geïsoleerd raakten, en dat artsen en verpleegkundigen zelden de tijd of de vaardigheden hadden om werkelijk naar hen te luisteren. Sterven werd iets klinisch en kil, terwijl het volgens haar juist een existentiële, spirituele en relationele ervaring was.

 

In 1969 publiceerde ze haar baanbrekende boek On Death and Dying, waarin ze het inmiddels wereldberoemde vijffasenmodel introduceerde: ontkenning, woede, marchanderen, depressie en aanvaarding. Ze baseerde dit model op honderden gesprekken met terminaal zieke patiënten, vaak gevoerd op een open en directe manier die destijds ongekend was. Ze liet zich in haar werk sterk inspireren door humanistische psychologen zoals Carl Rogers, met wie ze een persoonlijke band had, en ze was een uitgesproken pleitbezorger van empathische, persoonsgerichte zorg.

 

Naast haar werk als arts en onderzoeker gaf Kübler-Ross wereldwijd lezingen over rouw, sterven en de betekenis van het leven. Ze was uitgesproken spiritueel en geloofde in leven na de dood, een overtuiging die haar later in haar carrière soms in conflict bracht met de wetenschappelijke wereld. In de jaren zeventig en tachtig raakte ze meer betrokken bij esoterische stromingen en experimenteerde ze met contact met overledenen, wat leidde tot controverse. Toch bleef haar kernboodschap overeind: dat sterven geen einde is, maar een overgang, en dat mensen in hun laatste fase vooral behoefte hebben aan erkenning, aanwezigheid en liefde.

 

Kübler-Ross kreeg verschillende onderscheidingen voor haar werk, waaronder eredoctoraten en internationale prijzen. Ze zette zich in voor palliatieve zorg en hielp mee aan het opzetten van hospices. Haar invloed is nog steeds merkbaar in de manier waarop we denken over terminale zorg, rouwverwerking en geestelijke ondersteuning bij verlies.

 

In de laatste jaren van haar leven kampte ze met ernstige gezondheidsproblemen, waaronder een beroerte die haar gedeeltelijk verlamde. Ze trok zich terug op haar boerderij in Arizona, waar ze uiteindelijk op 24 augustus 2004 overleed op 78-jarige leeftijd. Tot aan het einde bleef ze overtuigd van de kracht van liefde, mededogen en het belang van het erkennen van de dood als onderdeel van het leven.

 

Elisabeth Kübler-Ross liet een onuitwisbare indruk na. Niet alleen door haar model van rouw, maar vooral door haar radicale medemenselijkheid. Ze brak het medische taboe op sterven open en gaf stem aan wie voorheen werd doodgezwegen. Haar werk is een pleidooi voor nabijheid, ook als er niets meer te genezen valt – misschien wel juist dan.

 

Geraadpleegde bronnen
Kübler-Ross, E. (1969). On Death and Dying. New York: Macmillan.
Haar meest invloedrijke werk, waarin zij op basis van gesprekken met stervenden haar beroemde model van de vijf fasen ontwikkelde.

 

Kübler-Ross, E. (1997). The Wheel of Life: A Memoir of Living and Dying. New York: Scribner.
Een autobiografisch werk waarin Kübler-Ross terugblikt op haar jeugd, medische loopbaan, spirituele overtuigingen en het intense contact met stervenden.

 

Kastenbaum, R. (2004). Elisabeth Kübler-Ross: Encountering Death and Dying. In Death, Society, and Human Experience (pp. 266–268). Boston: Pearson.
Een kritische maar eerbiedige bespreking van haar bijdrage aan de tanatologie (de studie van dood en sterven), geplaatst in historisch en cultureel perspectief.

 

Fulton, R. (1977). Death and Identity: Elisabeth Kübler-Ross and the Emerging Death Awareness Movement. Journal of Religion and Health, 16(2), 104–117.
Analyse van de maatschappelijke impact van Kübler-Ross’ ideeën en haar rol in het op de kaart zetten van de dood als onderwerp van psychologische en spirituele reflectie.

 

Boelen, P. A. (2010). Verliesverwerking: theorie en praktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Relatief actuele Nederlandse literatuur over rouw, waarin het werk van Kübler-Ross wordt geplaatst binnen bredere modellen van rouwverwerking.Stroebe, M., Schut, H., & Boerner, K. (2017). Cautioning Health-Care Professionals: Bereaved Persons Are Misguided Through the Stages of Grief. Omega – Journal of Death and Dying, 74(4), 455–473.
Een wetenschappelijke reflectie op het model van Kübler-Ross, waarin wordt gewaarschuwd voor een te letterlijke toepassing van haar fasen.

 

Rosenblatt, P. C. (2000). Parent Grief: Narratives of Loss and Relationship. Philadelphia: Brunner/Mazel.
Een antropologisch en psychologisch werk dat aansluit bij het idee van ‘blijvende verbondenheid’, een concept dat later werd gezien als correctie op de klassieke fasenmodellen van rouw.