Waarom hechten we zoveel waarde aan de mening van anderen? Sociale angst en schaamte zijn oeroude overlevingsmechanismen die ons helpen bij groepsbinding. Maar wanneer deze angst te groot wordt, kan het ons juist beperken. Gelukkig kun je dit doorbreken met gedragsexperimenten en cognitieve herstructurering. Wil je minder last hebben van sociale angst? Lees verder en ontdek hoe je meer vrijheid in sociale situaties kunt ervaren!
De mens is van nature een echt groepsdier. Vóór de komst van huizen, woonden we in mobiele groepen die bestonden uit 30-80 personen. Veel antropologen gaan uit van een gemiddelde groepsgrootte van 50 personen. Dat komt overeen met Dunbar’s getal (Neocortex as a constraint on group size in primates, 1992). Dunbar stelt in zijn artikel dat er een zogenaamde “cognitieve limiet” is van het menselijke brein aan het aantal relaties dat wij kunnen beheren en verwerken, zonder dat relaties oppervlakkig worden. Dunbar stelt dat hoe groter de neocortex van een primaat is (waar wij als mensen onder vallen), hoe groter de groep is waarin zij samenleven. In het geval van mensen bestaat een maximale groep waarin iedereen elkaar kent en vertrouwt, uit 150 individuen.
Volgens Dunbar organiseren mensen zich in lagen:
Groepen waren familiegericht en bestonden uit verwante individuen (broers/zussen, neven/nichten) aangevuld met ‘aangetrouwde’ familieleden. De groep was over het algemeen gelijkwaardig. Invloed werd uitgeoefend door oudere, wijze mannen én vrouwen. De sociale banden in de groep waren van levensbelang. Mensen waren volledig afhankelijk van de samenwerking binnen de groep. Conflicten en onenigheden werden opgelost door de groep te splitsen, maar ook werden individuen verstoten. Zonder groep was het voor een individu bijna onmogelijk om te overleven. Er liepen sabeltandtijgers, hyena’s, beren en andere serieuze bedreigingen rond en een alleenstaande was een veel makkelijker doelwit. Bij ziekte of verwondingen, kon een persoon niet worden verzorgd en eenzaamheid was ook toen al een mentaal zware opgave.
Je begrijpt al, je kon beter geen sociaal dusdanig ongewenste acties uitvoeren dat je daarmee het risico liep buiten de groep te belanden. En hier komt schaamte in het spel: via het geweten, dat je deels kunt zien als een soort voorspelling van hoe de groep op “afwijkend of gevaarlijk gedrag” zal gaan reageren, pas je wel op met het aannemen van “onhandig” gedrag.
Hiermee komen we aan bij het thema sociale angst. Je snapt waarom heel veel mensen, waaronder jij wellicht, zich veel zorgen maakt over wat een ander van je vindt. Het is deels door overerving in je DNA terechtgekomen!
Wanneer je dusdanig onder de angst om negatief te worden beoordeeld gebukt gaat dat je sociale situaties in toenemende mate gaat vermijden en je in een sociaal isolement dreigt te gaan raken, kan dit vanzelfsprekend voor grote problemen zorgen. We noemen dit dan een “gegeneraliseerde sociale angststoornis”.
Wat kun je hieraan doen? De kern van het overwinnen van sociale angstklachten, is erboven gaan staan. Grof gezegd: schijt krijgen aan wat anderen van je denken! In het boek “Nooit meer doen alsof“, geschreven door professor Aukje Nauta, vind je hiervan een bijzonder krachtig voorbeeld. Zij omschrijft wat jij ook kunt doen als je lijdt aan extreme verlegenheid en gevoeligheid voor schaamte, zoals sociale angstklachten ook wel omschreven kunnen worden. Belangrijk bij het overwinnen van schaamte is een combinatie van gedragsexperimenten en cognitieve herstructurering.
Klik hier als je wilt ontdekken hoe je een gedragsexperiment kunt ontwerpen en je jouw belemmerende gedachten kunt wijzigen! Vervolgens zou het geweldig zijn als je één of meer experimenten ook daadwerkelijk gaat uitvoeren. Als je dit niet alleen aandurft, kun je er ook een uitje van maken met een vriend of vriendin!