de basis van wie je bent
Waarom reageren mensen zo verschillend op dezelfde situatie? Waarom is de één van nature uitbundig, terwijl de ander van jongs af aan gereserveerd lijkt? Achter deze dagelijkse observaties schuilt één van de meest fundamentele begrippen in de psychologie: persoonlijkheid.
Wat is persoonlijkheid?
Persoonlijkheid verwijst naar het patroon van gedachten, gevoelens en gedragingen dat een individu kenmerkt, over verschillende situaties heen en dat door de tijd heen stabiel is. Het is het unieke script waarmee ieder van ons zijn of haar leven vormgeeft.
De eerste aanzet tot persoonlijkheid ligt al bij de geboorte. Baby’s verschillen vanaf de eerste dag in temperament: hun aangeboren gevoeligheid, emotionaliteit en activiteitsniveau. Sommige baby’s zijn rustig en makkelijk troostbaar, anderen zijn prikkelgevoelig, snel overstuur en moeilijk te kalmeren. Deze verschillen zijn geen bijzaak, maar vormen het ruwe materiaal waaruit persoonlijkheid zich ontwikkelt.
De rol van temperament en omgeving
Temperament bepaalt niet alleen hoe het kind de wereld ervaart, maar ook hoe de omgeving op het kind reageert. Een kalm kind roept andere opvoedingsreacties op dan een temperamentvol kind. Hier ontstaat een wederzijdse beïnvloeding: de interactie tussen aangeboren kenmerken en omgevingsinvloeden vormt samen de eerste contouren van de persoonlijkheid.
Onderzoekers zoals Alexander Thomas en Stella Chess beschreven dit proces in hun beroemde New York Longitudinal Study. Ze toonden aan dat een ‘moeilijk temperament’ niet per se leidt tot problemen áls de omgeving maar voldoende aansluit bij het kind. De dans tussen aanleg en ervaring begint dus al vroeg.
Schema’s: vroege beschadigingen
Waar temperament het startpunt vormt, brengen vroege ervaringen verdere verdieping aan. Hier komt het werk van Jeffrey Young in beeld, de grondlegger van de schematherapie. Young zag persoonlijkheid niet enkel als een verzameling trekken, maar als een weefsel van schema’s: hardnekkige patronen van denken, voelen en handelen die ontstaan uit vroege ervaringen en aanvankelijk dienen als bescherming.
Bijvoorbeeld een kind dat herhaaldelijk emotioneel wordt afgewezen kan een ‘verlatingsschema’ ontwikkelen. Dit schema beïnvloedt zijn zelfbeeld (“ik ben niet belangrijk”) en kleurt toekomstige relaties. Zo ontstaat een karakteristieke manier van zijn, diep verankerd in het verleden.
Trait versus state: stabiele trekken en tijdelijke toestanden
Als we verder kijken naar de psychologische benadering van persoonlijkheid, komen we bij het belangrijke onderscheid tussen traits en states.
Gordon Allport, één van de grondleggers van de moderne persoonlijkheidspsychologie, benadrukte het belang van traits als de basisbouwstenen van persoonlijkheid. Allport zag traits als iets relatief onveranderlijks, een soort persoonlijke handtekening onder iemands gedrag.
Later verfijnde Raymond Cattell deze inzichten door 16 persoonlijkheidsfactoren te onderscheiden, gebaseerd op factoranalyse. Zijn werk vormde weer de basis voor het bekende Big Five model, waarin persoonlijkheid wordt beschreven aan de hand van vijf brede dimensies: openheid, consciëntieusheid, extraversie, vriendelijkheid en emotionele stabiliteit.
Persoonlijkheid en psychische kwetsbaarheid
Wanneer het samenspel tussen temperament, vroege ervaringen en persoonskenmerken uit balans raakt, kan psychische kwetsbaarheid ontstaan.
De dynamische persoonlijkheid
Persoonlijkheid lijkt op veel vlakken stabiel. Traits veranderen doorgaans weinig. Echter, de persoonlijkheid is niet (volledig) onveranderlijk. Ervaringen, relaties en bewuste reflectie kunnen bepaalde patronen verzachten of versterken.
Persoonlijkheid is daarmee een levend proces. Geen vaststaand feit, geen vrije keuze, maar een complex samenspel tussen aanleg, ervaring en het verhaal dat we over onszelf leren vertellen.
Geraadpleegde bronnen
Allport, G. W. (1937). Personality: A Psychological Interpretation. New York: Holt.
Cattell, R. B. (1946). The Description and Measurement of Personality. New York: World Book Company.
Young, J. E., Klosko, J. S., & Weishaar, M. E. (2003). Schema Therapy: A Practitioner’s Guide. New York: Guilford Press.
Thomas, A., & Chess, S. (1977). Temperament and Development. New York: Brunner/Mazel.
McCrae, R. R., & Costa, P. T. (1990). Personality in Adulthood. New York: Guilford Press.
Erickson, M. H. (1980). Collected Papers of Milton H. Erickson on Hypnosis. New York: Irvington.